Fietsers najagen
Voor de meeste honden is iets dat van hen af beweegt aanleiding tot er achter aanjagen.
Najagen is zelfbelonend gedrag, dat betekent dat de beloning zit in het uitoefenen van het gedrag. En dat is maar goed ook. Een wolf die jagen niet leuk vindt is een kort leven beschoren. Vooral de wat grotere, sterkere prooien, zoals bijvoorbeeld Bisons en Elanden laten zich vaak moeilijk vangen. Doordat de wolf de prooi uren of soms dagen achtervolgt verzwakt deze. Het zo lang achter iets najagen is alleen vol te houden als de bezigheid zelf leuk is. Dat is een goede uitvinding van de natuur. Zo wordt voorkomen dat een wolf na een aantal uren draven geen zin meer heeft en iets anders gaat doen. Zo’n mentaliteit zou uiteindelijk resulteren in geen eten hebben dat vroeger over later de dood tot gevolg heeft.
Ook voor onze huishonden is ergens achter aan jagen een leuke bezigheid, zeker als er ook nog succes geboekt wordt. Het konijn van de buren najagen en dood schudden geeft voor de meeste honden meer voldoening dan het dier alleen een paar rondjes door de tuin achtervolgen. Maar ook fietsers najagen is leuk. Ze voldoen aan een aantal kenmerken van prooi. Ze gaan van je af, er zitten fladderende, bewegende benen aan en de meeste spelen het jaag spelletje leuk mee. Als je er bijna bent gaan ze opeens harder en dat maakt het spannend. Zelden bederft een fietser de pret door opeens stil te staan. Sommige fietsers hebben leuke broekspijpen. Een stuk broek kun je in je bek nemen en door flink met je kop te schudden kun je er een stuk van af trekken. Allemaal natuurlijke gedragingen die wolven ook vertonen als ze een prooi te pakken hebben. Ben je als hond van nature niet zo’n held dan is fietsers verjagen goed voor het vergroten van je zelfvertrouwen. De eerste keer ben je als onzekere hond nog wat voorzichtig. Je rent wel achter de fietser aan maar voornamelijk omdat je instinct je er toe dwingt. Maar dat veranderd zodra je eerste succes binnen bereik is: de fietser versnelt en verdwijnt uit zicht. Moe maar voldaan heb je als onzeker typje een belangrijke les geleerd. Door te blaffen en te jagen kun je datgene wat je eng vindt bij je vandaan krijgen.
Het achter fietsers aanjagen is weliswaar natuurlijk gedrag maar ook een slechte gewoonte die vaak als een onschuldig spel, al op zeer jonge leeftijd, begint. Omdat de meeste mensen alles leuk vinden wat een pup doet, zonder zich te realiseren dat ‘eens goed gevonden’ voor de hond betekent altijd goed gevonden , heeft men na gemiddeld 1,5 jaar een groot probleem. De doorsnee fietser is niet onder de indruk van een Duitse Herder pup die al blaffend achter de fiets aanrent. Hoogstens is er sprake van ongerustheid dat de pup niet tussen de spaken bekneld raakt. Maar is de pup anderhalf jaar ouder dan zal menig fietser bang zijn en de eigenaar verwensen om het feit dat hij z’n hond niet onder controle heeft.
Dit doemscenario kun je voorkomen door de pup voor het eerst met fietsers te confronteren in controleerbare omstandigheden. Je leert de hond hoe hij zich, zonder overlast te bezorgen, moet gedragen in het bijzijn van fietsers en brommers. Ga met je pup naar een plek waar veel fietsers en brommers langs komen. Blijf zo ver uit de buurt dat het dier niet schrikt en ook geen aanstalten maakt achter de fietsers aan te jagen. Je pup mag een fietser in de gaten houden maar moet wel naar jou kijken als je zijn naam noemt. En natuurlijk levert goed gedrag iets lekkers op. Als de pup rustig blijft mag je vriendelijk tegen hem praten, hem aaien , hem met voer belonen en iets dichter naar de fietsers toegaan. Maar zodra er opwinding ontstaat vergroot je de afstand tussen hond en fietsers en geef je het dier geen aandacht meer. Merk je dat de hond weer rustig wordt dan beloon je het gewenste gedrag. Omdat najagen zelfbelonend gedrag is moet je ten alle tijden voorkomen dat de hond er mee begint. Want als het dier éénmaal geleerd heeft dat fietsers jagen leuk is, zal hij het gedrag steeds vaker willen vertonen. Daarom ben ik er niet voor om een pup, tenzij het om een stil plekje in bos of park gaat, zonder riem uit te laten. Nu zullen er mensen zijn die denken, ik hoef deze oefening niet te doen want mijn pup groeit op in de stad en is aan fietsers en brommers gewend. Maar ook dan kan het zinvol zijn om eens in een heel andere omgeving, bijvoorbeeld langs een fietspad in het park deze oefening te doen. Want voor een hond is de drukke stad waar veel fietsers zijn een andere situatie als een rustige plek in het park waar ineens een fietser voorbij komt. Een enkele fietser trekt veel meer de aandacht en nodigt uit om er achter aan te rennen.
Ben je in het bezit van een hond die achter fietsers en joggers aan jaagt laat hem dan een tijdje aan de lange lijn uit. Het dier mag absoluut niet meer de gelegenheid krijgen het gedrag uit te oefenen. Ben je bang dat hij beweging tekort komt ga dan fietsen met de hond of als de omstandigheden het toelaten lekker zwemmen. Vervolgens ga je de hond onverenigbaar gedrag aanleren. Dit is een veelgebruikte therapiemethode. Omdat ergens achter aanjagen en rustig liggen niet verenigbaar is moet de hond de ‘af’ oefening feilloos beheersen. Leer je hond deze oefening thuis aan en als dat goed gaat kun je buiten gaan trainen. Eerst op een rustige plek en als ook dat geen problemen oplevert zoek je een wat drukkere locatie. Als je hond onder al deze omstandigheden minimaal 2 minuten rustig kan liggen ga je oefenen met een fietser erbij. Vraag iemand om te helpen. Spreek van te voren duidelijk af wat de bedoeling is. De fietser mag alleen doorrijden als de hond rustig ligt. Is het dier opgewonden dan staat de fietser stil. Je beloont het gewenste gedrag: rustig liggen met voer en aandacht, je stopt het ongewenste gedrag door de fietser stil te laten staan en geen lekkers meer aan de hond te geven. Zolang de hond rustig blijft kun je de oefening uitbreiden door op verschillende locaties te trainen. Pas als de hond onder alle omstandigheden rustig blijft als er fietsers voorbij komen mag je het dier weer los laten lopen. Blijf je problemen houden neem dan contact op met een gedragstherapeut.
© Debbie Rijnders 2018
Najagen is zelfbelonend gedrag, dat betekent dat de beloning zit in het uitoefenen van het gedrag. En dat is maar goed ook. Een wolf die jagen niet leuk vindt is een kort leven beschoren. Vooral de wat grotere, sterkere prooien, zoals bijvoorbeeld Bisons en Elanden laten zich vaak moeilijk vangen. Doordat de wolf de prooi uren of soms dagen achtervolgt verzwakt deze. Het zo lang achter iets najagen is alleen vol te houden als de bezigheid zelf leuk is. Dat is een goede uitvinding van de natuur. Zo wordt voorkomen dat een wolf na een aantal uren draven geen zin meer heeft en iets anders gaat doen. Zo’n mentaliteit zou uiteindelijk resulteren in geen eten hebben dat vroeger over later de dood tot gevolg heeft.
Ook voor onze huishonden is ergens achter aan jagen een leuke bezigheid, zeker als er ook nog succes geboekt wordt. Het konijn van de buren najagen en dood schudden geeft voor de meeste honden meer voldoening dan het dier alleen een paar rondjes door de tuin achtervolgen. Maar ook fietsers najagen is leuk. Ze voldoen aan een aantal kenmerken van prooi. Ze gaan van je af, er zitten fladderende, bewegende benen aan en de meeste spelen het jaag spelletje leuk mee. Als je er bijna bent gaan ze opeens harder en dat maakt het spannend. Zelden bederft een fietser de pret door opeens stil te staan. Sommige fietsers hebben leuke broekspijpen. Een stuk broek kun je in je bek nemen en door flink met je kop te schudden kun je er een stuk van af trekken. Allemaal natuurlijke gedragingen die wolven ook vertonen als ze een prooi te pakken hebben. Ben je als hond van nature niet zo’n held dan is fietsers verjagen goed voor het vergroten van je zelfvertrouwen. De eerste keer ben je als onzekere hond nog wat voorzichtig. Je rent wel achter de fietser aan maar voornamelijk omdat je instinct je er toe dwingt. Maar dat veranderd zodra je eerste succes binnen bereik is: de fietser versnelt en verdwijnt uit zicht. Moe maar voldaan heb je als onzeker typje een belangrijke les geleerd. Door te blaffen en te jagen kun je datgene wat je eng vindt bij je vandaan krijgen.
Het achter fietsers aanjagen is weliswaar natuurlijk gedrag maar ook een slechte gewoonte die vaak als een onschuldig spel, al op zeer jonge leeftijd, begint. Omdat de meeste mensen alles leuk vinden wat een pup doet, zonder zich te realiseren dat ‘eens goed gevonden’ voor de hond betekent altijd goed gevonden , heeft men na gemiddeld 1,5 jaar een groot probleem. De doorsnee fietser is niet onder de indruk van een Duitse Herder pup die al blaffend achter de fiets aanrent. Hoogstens is er sprake van ongerustheid dat de pup niet tussen de spaken bekneld raakt. Maar is de pup anderhalf jaar ouder dan zal menig fietser bang zijn en de eigenaar verwensen om het feit dat hij z’n hond niet onder controle heeft.
Dit doemscenario kun je voorkomen door de pup voor het eerst met fietsers te confronteren in controleerbare omstandigheden. Je leert de hond hoe hij zich, zonder overlast te bezorgen, moet gedragen in het bijzijn van fietsers en brommers. Ga met je pup naar een plek waar veel fietsers en brommers langs komen. Blijf zo ver uit de buurt dat het dier niet schrikt en ook geen aanstalten maakt achter de fietsers aan te jagen. Je pup mag een fietser in de gaten houden maar moet wel naar jou kijken als je zijn naam noemt. En natuurlijk levert goed gedrag iets lekkers op. Als de pup rustig blijft mag je vriendelijk tegen hem praten, hem aaien , hem met voer belonen en iets dichter naar de fietsers toegaan. Maar zodra er opwinding ontstaat vergroot je de afstand tussen hond en fietsers en geef je het dier geen aandacht meer. Merk je dat de hond weer rustig wordt dan beloon je het gewenste gedrag. Omdat najagen zelfbelonend gedrag is moet je ten alle tijden voorkomen dat de hond er mee begint. Want als het dier éénmaal geleerd heeft dat fietsers jagen leuk is, zal hij het gedrag steeds vaker willen vertonen. Daarom ben ik er niet voor om een pup, tenzij het om een stil plekje in bos of park gaat, zonder riem uit te laten. Nu zullen er mensen zijn die denken, ik hoef deze oefening niet te doen want mijn pup groeit op in de stad en is aan fietsers en brommers gewend. Maar ook dan kan het zinvol zijn om eens in een heel andere omgeving, bijvoorbeeld langs een fietspad in het park deze oefening te doen. Want voor een hond is de drukke stad waar veel fietsers zijn een andere situatie als een rustige plek in het park waar ineens een fietser voorbij komt. Een enkele fietser trekt veel meer de aandacht en nodigt uit om er achter aan te rennen.
Ben je in het bezit van een hond die achter fietsers en joggers aan jaagt laat hem dan een tijdje aan de lange lijn uit. Het dier mag absoluut niet meer de gelegenheid krijgen het gedrag uit te oefenen. Ben je bang dat hij beweging tekort komt ga dan fietsen met de hond of als de omstandigheden het toelaten lekker zwemmen. Vervolgens ga je de hond onverenigbaar gedrag aanleren. Dit is een veelgebruikte therapiemethode. Omdat ergens achter aanjagen en rustig liggen niet verenigbaar is moet de hond de ‘af’ oefening feilloos beheersen. Leer je hond deze oefening thuis aan en als dat goed gaat kun je buiten gaan trainen. Eerst op een rustige plek en als ook dat geen problemen oplevert zoek je een wat drukkere locatie. Als je hond onder al deze omstandigheden minimaal 2 minuten rustig kan liggen ga je oefenen met een fietser erbij. Vraag iemand om te helpen. Spreek van te voren duidelijk af wat de bedoeling is. De fietser mag alleen doorrijden als de hond rustig ligt. Is het dier opgewonden dan staat de fietser stil. Je beloont het gewenste gedrag: rustig liggen met voer en aandacht, je stopt het ongewenste gedrag door de fietser stil te laten staan en geen lekkers meer aan de hond te geven. Zolang de hond rustig blijft kun je de oefening uitbreiden door op verschillende locaties te trainen. Pas als de hond onder alle omstandigheden rustig blijft als er fietsers voorbij komen mag je het dier weer los laten lopen. Blijf je problemen houden neem dan contact op met een gedragstherapeut.
© Debbie Rijnders 2018